“Birds of the same feather flock together”. Of anders gezegd: als je eigen soort je lief is dan blijf je dicht bij elkaar. Denk maar aan een school vissen of een kudde wilde dieren. Vanuit de evolutie is dit heel logisch, en goed te verklaren. Maar geldt dat ook in organisaties?

Group think

Er is veel onderzoek gedaan naar groepsgedrag. Mensen bewegen zich continu in groepen, en mensen horen bij veel verschillende groepen. Iedereen hoort – graag of niet – bij meerdere groepen. en het horen bij een bepaalde groep brengt een duidelijke bias met zich mee; de eigen groep voelt beter dan de groep van de ander. De psycholoog William Sumner beschreef als een van de eersten dit principe, dat hij ‘ingroup-outgroup’ noemde. De eigen groep voelt dus superieur. Dat geldt zeker voor groepen waar men zelf voor kiest, zoals een politieke stroming, een organisatie, een hobby of een kerk. En soms geldt dit ook voor groepen waar men zonder te kiezen deel van uit maakt. Denk aan geslacht, seksuele voorkeur, etniciteit of intelligentie. Superioriteit op basis van deze kenmerken zorgt vaak voor gedoe tussen mensen en groepen, ik blijf daar liever ver vandaan… 🙂

Maar er is meer. De eigen groep wordt niet alleen beter ingeschat, er is ook een groot verschil in de manier waarop boodschappen ontvangen worden, afhankelijk van de groep van de zender. Wanneer de zender hoort bij de eigen groep, wordt informatie vaak overschat. Correcte informatie van de andere groep wordt structureel onderschat of zelfs als foutief bestempeld. Het is voor mensen dus heel moeilijk om echt objectief te oordelen over informatie.

De waarde van diversiteit in een groep

Een homogene groep heeft gezamenlijk last van dezelfde bias. Een diverse groep kent natuurlijk ook biases, maar deze zijn verdeeld. En dat maakt dat de ontvankelijkheid voor diverse informatie toeneemt, en dat deze informatie beter en objectiever beoordeeld wordt. Informatie over een concurrent wordt bijvoorbeeld kritischer bekeken, of een ontwikkeling in de markt krijgt aandacht vanuit een net ander perspectief.

En er is iets anders waar diversiteit positief aan bijdraagt. Of het nou gaat om geslacht, leeftijd, denkstijl of bijvoorbeeld culturele achtergrond: de verschillende paradigma’s zorgen voor een rijkere evaluatie van problemen, voor minder aannames en voor meer verschillende invalshoeken. En dat draagt weer bij aan het innovatief vermogen van een organisatie. Of tenminste aan het innovatief potentieel, want vanuit diversiteit ontstaat meestal niet ‘zomaar’ innovatie.

Talent

En een diverse groep heeft nog een voordeel. Een diverse club trekt divers talent aan, zowel binnen de organisatie (in werving) als in samenwerkingen en partnerships. Niemand wil graag een eenling of de uitzondering zijn. Vanuit een ‘monocultuur’ vorm geven aan diversiteit kan daardoor lastig zijn. Eén creatieveling zal zich waarschijnlijk niet zo lekker voelen in een strakke projectorganisatie waar men zich ten doel stelt om innovatiever te gaan werken. En één vrouw met een migratieachtergrond voelt zich waarschijnlijk ook wat vreemd in een verder blanke organisatie.

Zo ontstaat een zichzelf versterkende eigenschap die aantoonbaar positief bijdraagt aan resultaat.

Deze kenmerken van diversiteit vertalen zich naar resultaat. Diverse teams presteren beter, en diverse organisaties verdienen meer geld en groeien harder.

Wil je meer weten over dit onderwerp of vrijblijvend kennismaken? Neem dan even contact op.